Klik hier voor de bereiding van dulce de leche.

Doe 4 el warm water, de helft van de suiker en de gist in een kommetje en roer tot de gist is opgelost. Terzijde zetten en 10 minuten laten staan.

Doe de bloem, het zout, de overige suiker, het water en het gistmengsel in een kom en meng ze.
Voeg de boter, vanille en de eieren toe en meng weer tot de ingrediënten samenkomen. Kneed de massa op een met bloem bestoven werkblad door tot een elastisch deeg (8 à 10 minuten). Voeg zonodig water of wat bloem toe.

Doe het deeg in een ingevette kom en bedek die met plastic folie. Zet de kom op een warme plaats en laat het deeg daar tot het dubbele volume rijzen (ca 2 uur).

Kneed het gerezen deeg kort (1/2 minuut) door en verdeel het vervolgens in 2 evengrote stukken.

Vorm van één van de stukken een cylinder en rol die uit tot een rechthoek.

Breng op het midden van de rechthoek parallel aan de lange zijdes van de lap deeg een strook/baan dulce de leche aan. Rol de rechthoek daarna vanuit één van de lange zijdes op. Zorg dat de naad van de rol onder komt ligt.

Buig de twee uiteindes van de cylinder naar elkaar en laat ze aansluiten zodat je een ring krijgt. Om de uiteindes een beetje "strak" aan te laten sluiten, is het raadzaam eerst een stukje van de uiteindes af te snijden.
 
Herhaal de "procedure" voor het andere stuk deeg.

Leg beide broodringen op een met bakpapier beklede bakplaat. Neem een stevige, scherpe schaar en knip aan de zijkant openingen in de deegcirkels met een tussenruimte van steeds 4 centimeter.

Kluts een ei en klop er 2 eetlepels gesmolten boter door. Bestrijk er de bovenkant van de ringen mee.

Schuif de bakplaat de voorverwarmde oven in en bak de ringen tot ze goudbruin kleuren en van binnen goed doorgaard zijn (15 à 20 minuten).

Strooi wat suiker over de ringen en laat ze wat afkoelen voor ze te serveren.