Doe de bloem, de blokjes boter, wat zout, de suiker en de eidooier in de keukenmachine en maal de ingrediënten tot een korrelige massa.

Stort de massa op een met bloem bestoven ondergrond en vorm er een
samenhangend geheel van. Daarbij heb je wat koud water nodig. Voeg niet meer toe dan strikt nodig is.
Maak een bol van de massa, verpak die in plastic folie en laat die in de koelkast zeker een half uur rusten.

Verhit de oven voor (180 C).

Neem een taartvorm van ca 22 centimeter en vet die in met wat boter.
Rol het deeg uit tot een cirkel die ca 6 centimeter groter is dan het oppervlak van je taartvorm zodat je er ook de zijkanten mee kunt bedekken.
Laat het deeg in de taartvorm zakken. Druk het aan de randen wat naar beneden zodat het overal contact maakt met de bakvorm.
Snijd over de rand van de taartvorm hangend deeg weg.
Prik de taartbodem op verschillende plaatsen met een vork in.
Bekleed de taartbodem met bakpapier en strooi er tot aan de randen taartgewichtjes of bonen over.

Bak de taartbodem 15 minuten. Verwijder dan de gewichtjes en  het bakpapier. Verlaag de temperatuur naar 160 C. en bak de taartbodem nog 10 minuten.

Klop de eieren en de suiker tot een romig, bleek geheel.
Roer er de citroenrasp en gesmolten boter door.
Klop er vervolgens het citroensap door.
Giet de vulling over de deegbodem.

Bak de taart met de vulling 20 minuten. Draai de taartvorm tijdens het bakken een paar keer.

Doe de taart als die wat afgekoeld is over op een serveerschaal.
Strooi er indien gewenst poedersuiker over en/of serveer er slagroom bij.