Meng de bloem en het water.
Kneed het mengsel een minuut of 5 tot een egaal en soepel deeg.
Maak een bal van het deeg. Leg het deeg in een kom en bedek die met huishoudfolie. Laat het deeg 2 uur rusten.

Rol het deeg op een licht met bloem bestoven ondergrond uit tot een dikte van 3 mm.
Neem een kookring met een diameter van 8 centimeter of een omgekeerd glas met dezelfde diameter en snijd er cirkels deeg mee uit. Voeg het deeg dat overblijft samen, rol het uit en snijd ook daar cirkels uit.

De vulling.
Doe het gehakt in een grote mengkom.
Rasp de gember en rasp of pers de knoflook en voeg ze aan het gehakt toe.
Hak of snijd de bok choy, de koriander, de bosui en rode ui in stukjes en voeg ze toe.
Voeg de sojasaus, zout en bouillon toe.
Meng alle ingrediënten goed.

Schep een opgehoopte eetlepel vulling op een deegrondje en leg er een deegrondje bovenop.
Knijp de randen goed samen. Vouw vervolgens met duim en wijsvinger steeds een stukje van de rand om zodat er een patroon ontstaat.
Leg de shapale die je gevormd hebt op met olie bestreken schaal of ondergrond zodat ze niet vast kunnen plakken.
Bedek de shapale met een vochtige leuekendoek als het nog even duurt voor je ze gaat bakken.

Verhit 2 el olie in een ruime koekenpan. Leg als de olie flink heet is een aantal shapale naast elkaar in de pan. Verlaag de temperatuur naar middelhoog. Bak de shapale aan beide zijden goudbruin, ongeveer 6 à 7 minuten per kant. Het vlees binnenin moet gaar zijn.

Serveer shapale met sepen (Tibetaanse hete saus).