Verwarm de oven voor (175 C).

Leg de wiggen kool op een met bakpapier beklede bakplaat. Bedruppel ze met de olijfolie en bestrooi ze licht met zout en peper. Rooster ze tot ze zacht en aan de randen goudkleurig zijn (40 à 45 minuten).

Laat ondertussen de sjalotten, de knoflook, de room, 1 el tijm, 1 1/2 tl zout en 1 tl peper op een lage temperatuur in een pannetje garen tot de sjalotten helemaal zacht zijn (15 à 20 minuten). Laat dit mengsel wat afkoelen en blend het dan tot een romige, egale saus.

Vet een lage, grote bakvorm in met boter. Schik er de wiggen kool zo in, dat ze met een van de snijvlakken op de bodem liggen en schenk er het roommengsel over. Plaats de bakvorm in het midden van de oven en laat die daar staan tot het roommengsel dik(ker) geworden is (30 à 40 minuten). Laat de koolwiggen daarna 30 minuten afkoelen.

Zet de ovengrill aan (200 C).
Strooi de gruyère en de parmezaan gelijkmatig over de koolwiggen en grill ze tot de kaas bubbelt en het gratin een diepdonkere kleur krijgt (ca 4 minuten).

Strooi  nog wat tijmblaadjes over de koolwiggen en serveer ze dan.