De dag/avond ervoor.
Meng in een ruime kom de beide soorten bloem, het warme water en de gist. Dek de kom af met plastic folie en laat het mengsel ofwel het voordeeg op kamertemperatuur rusten tot het moment van verwerking de dag erna. 

Voeg het voordeeg, 3/4 kop warm water, 1 kop volkoren meel, 2 tl zout en een tl gist samen in de kom van de keukenmachine. Laat het apparaat de ingrediënten mengen en vervolgens kneden. Voeg tijden het kneden geleidelijk 2 koppen patentbloem toe. Voeg eventueel meer patentbloem toe maar het deeg moet zacht en wat plakkerig blijven.

Doe het deeg over in een (grote) kom en laat het op een warme plaats rijzen tot het volume verdubbeld is (1 uur of langer).
Pers eventuele luchtbellen uit het deeg en laat het afgedekt nog tien minuten rusten.

Rol op een met bloem bestoven ondergrond het deeg uit tot een rechthoek van 22 1/2 bij 30 centimeter. Snijd het deeg in 3 stroken  van 7 1/2 bij 30 centimeter en snijd die stroken in vierkanten van 7 1/2 centimeter, wat in totaal 12 vierkanten deeg oplevert. Met een pizzaroller is deze klus snel te klaren.
Leg de deegvierkanten op een met bakpapier beklede bakplaat, bedek ze met een (thee)doek en laat ze een half uur narijzen.

Verwarm de oven voor (200 C).

Klop het ei samen met het water los.

Bestrijk de bovenkant en de zijkanten van de nagerezen broodjes met geklutst ei en snijd ze met een ingevet mes twee maal parallel aan elkaar over de hele lengte flink in.

Schuif de bakplaat de oven in. Bak de broodjes tot ze goudbruin kleuren en van binnen en temparuur bereikt hebben van 90 C (ca 20 minuten).

Laat de broodjes op een draadrek helemaal afkoelen.

naar boven