Bereid vooraf de pesto.
Doe alle ingredienten voor de pesto de keukenmachine en blend ze tot een min of meer egale substantie.
Voeg wat meer olijfolie toe als de pesto aan de droge kant is, laat de pesto echter niet vloeibaar worden.

Schil de knolselderij en snijd de knol in kwarten.
Snijd vervolgens de kwarten in de lengte doormidden, zodat je in totaal 8  wiggen knolselderij hebt en snijd de wiggen overdwars in plakken van 1/2 à 1 cm dik.

Breng een pan water aan de kook en blancheer er de plakken knolselderij 3 minuten in. Laat ze in een vergiet uitlekken en drogen.

Verhit een eetlepel olijfolie in een ruime koekenpan (met deksel) en bak er in meerdere partijen de plakken knolselderij aan beide kanten in tot ze goudgele tot lichtbruine plekken krijgen. Schep ze op een bord en bestrooi ze licht met zout en peper.
Doe de plakken knolselderij als ze allen aangebakken zijn terug in de pan en laat ze met het deksel op de pan en op lage temperatuur verder garen tot ze zacht maar niet papperig zijn (15 à 20 minuten). Schep de plakken verschillde keren om.

Verdeel de pesto over de knolselderijplakken en laat die met het deksel op de pan gedurende een paar minuten warm worden. Schep de plakken knolselderij vervolgens om tot ze allen met de pesto bedekt zijn.

Doe de groente in een serveerschaal en strooi er de grof gebroken walnoten over. Warm serveren.