Verwarm de oven voor op 190 C.

Meng in een ruime kom de semolina, kokos, suiker, yoghurt, gesmolten boter, het vanille-extract en het bakmeel. Voeg wat melk toe als het mengsel te dik is. Het moet echter tamelijk massief zijn.

Spreid het mengsel uit in een bakvorm van ongeveer 30 bij 25 centimeter. Druk het met je handen aan tot een egale laag.
Snijd de basbousa in ruitvormige stukken en leg op ieder stuk een amandel.
Bak de basbousa 35 à 40 minuten in de voorverwarmde oven.

Breng in een steelpannetje het water met de suiker aan de kook. Roer tot de suiker is opgelost. Laat het mengsel vervolgens 5 minuten koken zonder te roeren.
Roer het citroensap en het rozenwater door de siroop en neem het pannetje van het vuur. Laat de siroop afkoelen.

Giet de siroop over de basbousa terwijl die nog warm is.
Laat het gebak afkoelen.