Laat filodeeg uit de vriezer bijtijds ontdooien.

Schil de appels, ontdoe ze van hun klokhuis en snijd het vruchtvlees in dunne schijfjes. Leg de schijfjes in een ruime schaal.
Strooi de poedersuiker over de schijfjes appel en besprenkel ze met de calvados. Laat de calvados een paar uur intrekken.

Leg een flink stuk bakpapier op je werkblad en strooi er wat bloem over.
Leg een vel filodeeg op het met bloem bestoven bakpapier en bestrijk het met een keukenkwastje met gesmolten boter.
Leg er een ander vel filodeeg bovenop en bestrijk dat eveneens met boter. Herhaal dit tot het deeg vijf laagjes heeft.

Snijd met een scherp mesje het deeg vervolgens in 4 even grote stukken en leg elk stuk op een ondiep ovenschaaltje. Druk het deeg naar beneden tot het aansluit. Vouw deeg dat boven de rand uitsteekt naar buiten.
Verdeel de schijfjes gemarineerde appels over de met deeg beklede schaaltjes en druppel er de resterende marinade over.

Verwarm de oven voor (200 C).

Maak opniew een stapeltje van 5 met boter bestreken laagjes filodeeg Verdeel ook dit stapeltje in 4 gelijke stukken.
Leg het deeg over de appelvulling heen en zorg dat de deegranden op elkaar aansluiten.
Haal het bovenste laagje filodeeg los en leg dat wat verfomfaaid  (vouwen, plooien, kreukels en scheurtjes zijn allemaal oké) terug.

Zet de taartjes in de oven en bak ze 30 minuten.
Verlaag na 15 minuten de temperatuur naar 160 C.
Houd ze het laatste kwartier goed in de gaten. Verlaag de temperatuur verder als het deeg te donker wordt of dreigt te verbranden.

Neem de appeltaartjes uit de oven, laat ze wat afkoelen en serveer ze.

Dit Normandische streekgerecht combineert heerlijk met kaneelijs.

---