Klop/mix de zachte boter en de suiker tot ze goed gemengd zijn (1 minuut).
Voeg het vanille extract, zout en eigeel toe, mix weer even (1 minuut) en voeg dan het amandelmeel en de bloem toe. Mix tot er geen wit van de bloem meer zichtbaar is, mix niet langer want dan wordt het deeg te luchtig.

Druk het deeg uit tot een ronde platte schijf, wikkel er huishoudfolie om leg het in de koelkast. Neem het deeg er pas uit als het stevig genoeg is om uit te rollen.

Rol het gekoelde deeg op een licht met bloem bestoven werkblad uit tot de een cirkel van 28 à 29 cm (22 1/2 cm voor de taartbodem, de rest voor de taartrand). Gaat het uitrollen lastig, leg dan het deeg tussen tussen 2 stukken clingfilm of bakpapier.
Bekleed de bodem en de rand van de bakvorm met het deeg, Verwijder eventueeel overtollig over de rand hangend deeg.

Verwarm de oven voor (200 C).

Prik de taartbodem op diverse plaatsen in en leg er een stuk aluminiumfolie of bakpapier op met daarover verspreid taartgewichtjes (bakbonen).
Zet de bakvorm in de oven en stel de tijd in op 15 minuten. Verwijder daarna de taartgewichtjes en de folie en bak het taartdeeg onbedekt nog 5 minuten.

Verlaag de oventemperatuur naar 175 C.

Bereid de frangipane-vulling. Mix de zachte boter en de suiker tot crème, voeg het amandelmeel, de bloem en het zout toe en mix tot ze door de creme opgenomen zijn. Mix er vervolgens de eieren de een na de andere doorna elkaar door en daarna het vanille extract.
Spreid het frangipanemengsel in een egale laag uit over de taartbodem en en maak de taart op met de in partjes gesneden abrikozen. Druk de partjes daarbij licht in de zachte frangipanelaag.
Strooi eventueel wat kristalsuiker over de taart en garneer de taart indien gewenst met amandelschaafsel.

Bak de taart 40 à 45 minuten in de op 175 C ingestelde oven.

Neem de taart uit de oven en bestrijk die met een paar eetlepels licht met water verdunde abrikozenjam.
Laat de taart daarna geruime tijd afkoelen (3 uur). Dat bevordert de stevigheid en komt de smaak ten goede.