|
R E C E P T E N G A L E R I E
kleurrijke wereldgerechten |
|
||
---|---|---|---|---|
Internationaal Landen: Afghanistan Algerije Angola Argentinië Armenië Australië België Bolivia Brazilië Bulgarije Cambodja Canada Caraïben Chili China Colombia Cuba Denemarken Duitsland Egypte Engeland Filipijnen Finland Frankrijk Georgië Ghana Griekenland Guatemala Honduras Hongarije Ierland IJsland India Indonesië Irak Iran Israël Italië Japan Jordanië Kazachstan Kenia Korea Kroatië Libanon Maleisië Marokko Mexico Nederland Nepal Nicaragua Nigeria Noorwegen Oekraïne Oostenrijk Pakistan Paraguay Peru Polen Portugal Roemenië Rusland Saoedi-Arabië Schotland Senegal Spanje Sri Lanka Suriname Tanzania Thailand Tibet Tsjechië Tunesië Turkije Venezuela Verenigde Staten Vietnam Zuid-Afrika Zweden Zwitserland ______________ |
gebak, 8 p voor het zandgebak: 300 g zelfrijzend bakmeel 2 tl bakpoeder 100 g koude, ongezouten boter, in blokjes 50 g basterdsuiker 2 kleine eieren een paar el melk een snufje zout voor de vulling: 400 g aardbeien 4 el poedersuiker of meer naar smaak 1/2 vanillestokje óf 1 tl vanille-aroma 300 ml slagroom kristalsuiker, naar smaak Bereiding Verwarm de oven voor op 200 C. Doe het zelfrijzend bakmeel mét het bakpoeder en een snufje zout in de keukenmachine. Voeg er de in stukjes gesneden koude boter aan toe en laat de machine draaien tot de massa eruit ziet als fijn broodkruim. Doe het mengsel in een kom en schep er de basterdsuiker door. Klop de eieren los met 2 eetlepels melk en voeg ze toe. Roer met een vork door het mengsel tot de ingrediënten aan elkaar gaan hechten. Vorm een bol van het deeg en leg die op een met bloem bestoven werkblad. Vet de bodem van een springvorm met een diameter van 23 cm in met boter. Druk met je handen het deeg plat en rol het met de deegrol uit tot een cirkel met dezelfde omvang als de springvorm. Leg het deeg op de ingevette bodem. Snijd eventueel overlappend deeg weg. Bevestig de rand van de springvorm aan de bodem en sluit die. Bak het zanddeeg 15 minuten in de voorverwarmde oven. Laat het vervolgens helemaal afkoelen. Snijd de aardbeien - afhankelijk van de grootte - in tweeën of in vieren. Strooi er de poedersuiker over en voeg er het vanillemerg of het vanille-aroma aan toe. Schep de aardbeien voorzichtig om tot de suiker is opgelost. Zet ze tot nader gebruik op een koele plaats. Klop de slagroom met de suiker stijf. Snijd het afgekoelde zandgebak horizontaal doormidden zodat je twee lagen krijgt. Leg de onderste laag op een vlakke schaal. Bestrijk het met de slagroom en verdeel er gelijkmatig de aarbeien over. Snijd de tweede laag zanddeeg in 8 gelijkvormige punten en rangschik die naast elkaar op de aardbeienlaag. Dit voorkomt dat de bovenlaag in elkaar gedrukt wordt, als je de taart aansnijdt. Bestuif de taart royaal met poedersuiker. Ze moet er helemaal mee bedekt zijn. Gebruik geen springvorm met een grotere diameter dan 23 cm want dan wordt het zandgebak te dun om nog door te kunnen snijden. Dan nóg is het doorsnijden van de bodem een hachelijke zaak, zo weet ik uit ervaring. Ik heb bij het bakken van deze taart van de nood maar een deugd genaakt door de taartbodem niet door te snijden en van de vulling een toplaag te maken. Voor de smaak maakt het niet uit, voor het oog wel. Om het concept van de taart goed uit te kunnen voeren kun je het best de hoeveelheden van de ingrediënten voor het zandgebak met 1/4 deel verhogen. Dan lukt dat doorsnijden wel. Nog gemakkelijker is het om 2 dezelfde dunne taartbodems te bakken. naar boven
Home | Rubrieken: Hapjes: • Appetizers • Tapas Voorgerechten: • Starters • Soepen Salades Desserts Gebak ______________ Fruit Groenten ______________ • Aardappels • Bonen • Brood • Granen • Linzen • Noedels • Pasta • Rijst ______________ Gevogelte: • Kalkoen • Kip • Diversen ______________ Vlees: • Lam • Rund • Varken • Diversen ______________ Eieren Kazen Vis/zeevruchten ______________ Noten en zaden Paddenstoelen ______________ Dressings en Sauzen Kruiden en Specerijen ______________ Specials Termen en technieken Maten en gewichten Varia Deze website (introductie) Reageren ______________ |